-
1 dik
2 [van aanzienlijke omvang] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 gros/grosse♦voorbeelden:een dikke mist • un brouillard épaisdik gezaaid • semé druhet er dik bovenop leggen • forcer la dosehet ligt er dik bovenop • ça crève les yeuxdat zit er dik in • il n'y a pas l'ombre d'un doutedik in iets zitten • avoir qc. en abondanceeen dik uur • plus d'une heureeen dikke voldoende • largement la moyennedik tevreden (zijn) • (être) très satisfaitiemand dik verslaan • battre qn. de loineen dikke tien jaar geleden • il y a largement dix ans't is dik in orde • pas de problèmesdat komt dik voor elkaar, mekaar! • sans problèmes!5 dikke vrienden, maatjes zijn • être très ami(s) (avec qn.)het is dik aan tussen hen • c'est le grand amour entre euxdik doen • faire l'importantdik gekleed zijn • être habillé chaudementzich dik maken (over iets) • se faire du mauvais sangzich niet dik maken • ne pas s'en faire -
2 zitten
1 [algemeen] être2 [+ onbepaalde wijs][bezig zijn met] être en train de3 [m.b.t. kleding] aller4 [+ op][lid zijn van, beoefenen] faire (de qc.)5 [gevangen gehouden worden] faire de la taule♦voorbeelden:het blijft niet zitten • cela ne tient paser eens voor gaan zitten • 〈 ergens werk van maken〉 s'y mettre; 〈 de tijd nemen〉 prendre son temps (pour)hoe zit dat in elkaar? • 〈 juiste toedracht〉 qu'est-ce qu'il en est exactement?; 〈m.b.t. mechanisme〉 comment est-ce que cela fonctionne?daar zit 'm de moeilijkheid • voilà le hicergens heel aardig zitten • être très bien qp.〈 figuurlijk〉 er zit iets achter • il y a qc. là-dessoushet zit er (dik) in • il y a (bien) des chanceshet zit er dik in dat … • il y a gros à parier que …er zit niets anders op dan … • il n'y a rien d'autre à faire que de … 〈+ onbepaalde wijs〉dat zit wel goed • pas de problèmeshet zit los • cela ne tient paszit stil! • ne bouge pas!hij zit altijd thuis • il ne sort jamais de chez luiwaar zit hij toch? • où peut-il bien être?aan het raam zitten • être à la fenêtreaan tafel zitten • être à tableaan de koffie zitten • être en train de prendre le café〈 figuurlijk〉 ik zit al een uur boven mijn opstel • cela fait déjà une heure que je travaille à ma rédactionin het bestuur zitten • être membre du comitéin het derde jaar zitten • être en troisième annéenog in de kleine kinderen zitten • avoir encore des enfants en bas âgehet zit in de familie • c'est dans la familleonder de verf zitten • être couvert de peintureop een kantoor zitten • travailler dans un bureauop school zitten • aller à l'écoleer zit een vlek op je jurk • il y a une tache sur ta robe〈 met een gebaar naar de keel〉 het zit me tot hier! • j'en ai jusque-là!zit! • assis!die stoel zit lekker • cette chaise est confortablehet zit eraan te komen • ça vientwegens diefstal zitten • être en prison pour volwij zijn (hier) blijven zitten • nous sommes restés iciergens mee blijven zitten • ne pas arriver à se débarrasser de qc.op school blijven zitten • redoubler une classe〈 figuurlijk〉 laat maar zitten • 〈doe niets; ook m.b.t. gesprek〉 laisse(z) tomber; 〈m.b.t. wisselgeld〉 garde(z) la monnaiehij heeft zijn vrouw laten zitten • il a abandonné sa femme〈 figuurlijk〉 het er niet bij laten zitten • 〈 er werk van maken〉 s'occuper de qc.; 〈 iemand belonen〉 exprimer sa gratitudeiets niet op zich laten zitten • ne pas accepter qc.die zit! • 〈 rake opmerking〉 c'est bien envoyé!daar zit het hem niet in • ce n'est pas çadaar zit wat in • il y a du vrai là-dedans〈 figuurlijk〉 en als dat gebeurt, dan zit je • et si cela arrive, te voilà dans le pétrinerdoorheen zitten • n'en plus pouvoirhet zit erop • voilà une bonne chose de faite!de vakantie zit erop • les vacances sont terminéesdat zal hem niet glad zitten • il le payera cherdat idee zit mij niet lekker • cette idée ne me plaît pashet zit dat meisje niet mee • cette fille n'a pas de chancewaar zit het hem in? • à quoi cela tient-il?aan iets zitten • toucher à qc.achter iemand, iets aan zitten • courir après qn., qc.hoe zit het dan met …? • qu'en est-il de …?〈 figuurlijk〉 met iets zitten • ne pas savoir que faire de qc.met een probleem zitten • avoir un problème -
3 dat zit wel goed
dat zit wel goed————————dat zit wel goed -
4 't is dik in orde
-
5 voorspoedig
♦voorbeelden:een voorspoedig leven • une vie sans problèmeseen voorspoedige reis • un bon voyagehet gaat nog niet erg voorspoedig • cela ne marche pas encore très bienalles verliep voorspoedig • tout se passa bien -
6 komen
1 [algemeen] venir2 [aan-, overkomen] arriver (à)3 [toegevoegd worden aan] être ajouté (à)♦voorbeelden:er komen mensen vanavond • nous avons du monde ce soirer komt regen • il va pleuvoirin afwachting van de dingen die komen gaan • en attendant la suite des événementswat niet is, kan nog komen • tout est encore possibleeen paar dagen komen logeren bij iemand • venir passer quelques jours chez qn.komen te overlijden • venir à mourir, décéderik kwam, zag en overwon • je suis venu, j'ai vu, j'ai vaincudat komt eerst • cela passe avantkomt er nog wat van? • c'est pour aujourd'hui ou pour demain?er komt niets van in! • il n'en est pas question!dat komt ervan als je niet luistert • voilà ce qui arrive quand on n'écoute pasovereind komen • se levertussenbeide komen • intervenirhij kan niet uit zijn bed komen • il a des problèmes à se levervan school komen • rentrer de l'écoleje komt als geroepen • tu ne pouvais pas mieux tomberkomt u ook? • serez-vous des nôtres?ze zullen je zien komen! • ils te sentiront venir!er komen • y arriver〈 figuurlijk〉 komt hij er vandaag niet, dan komt hij er morgen • avec lui c'est tout doucement le matin, pas trop vite le soirer komt 15 % voor bediening bij • il faut ajouter 15 % pour le servicevan het een komt het ander • de fil en aiguilleer moet een kindje komen • ils vont (nous allons etc.) avoir un enfantiets te weten komen • apprendre qc.waardoor, hoe komt het? • comment ça se fait?hoe kom je daar nou bij?, hoe kom je erbij! • où vas-tu chercher cela?; où as-tu pris une telle idée?kom er eens aan, als je durft • touches-y si tu oseskom ik gelegen? • est-ce que je (vous) dérange?het komt niet zo nauw • ce n'est pas à un(e) cm (minute, franc etc.) prèsergens niet aan toe komen • ne pas trouver le temps de faire qc.dat komt (goed) van pas, uit • ça tombe à pichoe kom je aan die knul? • où as-tu déniché ce gars?aan geld zien te komen • se procurer de l'argentde wegen komen hier bij elkaar • les chemins se rejoignent ici〈 figuurlijk〉 ergens in (kunnen) komen • (pouvoir) s'imaginer qc.de optocht kwam langs mijn huis • le défilé est passé devant chez moiop een gedachte komen • avoir une idéeergens niet op kunnen komen • ne plus se rappeler qc.vervolgens kwam de spreker op een ander onderwerp • ensuite l'orateur aborda un sujet différentdat komt op 200 gulden • cela revient à 200 florinstot zichzelf komen • 〈 weer meester over zichzelf worden〉 se reprendre; 〈 weer bij bewustzijn komen〉 reprendre ses esprits -
7 moeite
♦voorbeelden:vergeefse moeite gedaan hebben • en être pour sa peinedie moeite kun je je wel besparen • tu perdrais ton tempsdoe (maar) geen moeite • ne vous dérangez pasmoeite doen • se donner de la peineik heb moeite met zijn gedrag • j'ai du mal à supporter sa conduitemoeite hebben met iemand • avoir des problèmes avec qn.moeite hebben om te • avoir du mal àhet is de moeite niet (waard) • cela ne vaut pas la peine; 〈 weinig betekenis〉 cela n'a pas grande importancedat loont de moeite • cela vaut la peine (de)dat kost weinig moeite • c'est peu de chosedat gaat in één moeite door • autant le faire en même tempsmet moeite de 100 (km/u) halen • atteindre avec peine les cent km à l'heuremet veel moeite • à grand-peinemet moeite • difficilementdat is voor de moeite • voilà pour votre peinezonder veel moeite slagen • réussir sans grands effortsniets gaat zonder moeite • on n'a rien sans peine -
8 sukkelen
1 [moeilijkheden ondervinden] avoir des problèmes2 [sjokken] (se) traîner♦voorbeelden:zij sukkelt al weken met een zere enkel • elle souffre de la cheville depuis des semaineshij sukkelt met zijn eindscriptie • son mémoire n'avance pas→ link=slaap slaap -
9 aanzien
aanzien1〈 het〉♦voorbeelden:ten aanzien van • à l'égard dezonder aanzien des persoons • sans acception de personne2 iets een ander aanzien geven • changer qc.van aanzien veranderen • changer d'aspectgroot aanzien genieten • jouir d'un grand prestigein hoog aanzien staan • être fort considéréin aanzien staan bij iemand • être en crédit auprès de qn.————————aanzien21 [kijken naar] regarder2 [toezien] rester passif/passive devant3 [+ voor][beschouwen] considérer (comme)4 [aan het uiterlijk zien] se voir♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 iemand niet aanzien • ne pas (oser) regarder qn.iemand uit de hoogte aanzien • regarder qn. de haut2 kun je zo iets aanzien? • tu peux supporter ce spectacle?ik wil het nog even aanzien • je préfère attendre encore un peudat is niet om aan te zien! • quelle horreur!3 waar zie je mij voor aan? • pour qui me prends-tu?iemand voor een ander aanzien • prendre qn. pour qn. d'autreiemand voor vol aanzien • prendre qn. au sérieuxhet was hem aan te zien, dat hij zorgen had • on voyait bien qu'il avait des problèmesje zou hem zijn leeftijd niet aanzien • il ne paraît pas son âgenaar het zich laat aanzien • selon toute probabilité¶ iemand ergens op aanzien • soupçonner qn. de qc. -
10 uit
uit1I 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:¶ mijn huis uit! • dehors!ik ben er helemaal uit • (ça y est,) je m'en suis sortiik zou er graag eens uit willen zijn • je voudrais bien être débarrassé de tout celaer even helemaal uit zijn • être loin des problèmes quotidiensik kan er niet over uit • je n'en reviens pas〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 daar kan ik niet aan uit • 〈m.b.t. verlies〉 j'en suis de ma poche; 〈m.b.t. begrip〉 je ne m'en sors pasvoor zich uit praten • parler tout seulvoor zich uit kijken • regarder dans le videII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 [elders, niet thuis] sorti2 [afgelopen] fini3 [niet brandend] éteint♦voorbeelden:het boek is uit • le livre est finidat moet nu eens uit zijn • il faut en finir une bonne fois pour touteshet is uit met de pret! • finie la belle vie!uit! en daarmee uit! • un point c'est tout4 een vetkuif is uit • une banane, c'est outop iets uit zijn • viser qc.op een betrekking uit zijn • avoir une position en vue————————uit2〈 voorzetsel〉1 [niet in] de2 [afkomstig van, door middel van; vanwege] par♦voorbeelden:1 uit uw brief vernam ik … • j'ai appris par votre lettre (que) …stoffen uit Engeland • étoffes venues d'Angleterreuit een fles schenken • servir à boire d'une bouteilleeen kind uit zijn eerste huwelijk • un enfant de son premier mariageuit school komen • sortir de l'écoleje hoorde hem boven alle anderen uit • on n'entendait que lui→ link=boze bozeuit elkaar gaan • se séparer -
11 bemoeizucht
♦voorbeelden:1 door zijn bemoeizucht krijgt hij problemen • c'est parce qu'il se mêle de tout ce qui ne le regarde pas qu'il va avoir des problèmes -
12 dateren
1 [stammen uit een periode] dater (de)2 [verouderde indruk maken] dater♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [van datum voorzien] dater♦voorbeelden: -
13 deze kwesties dateren van jaren geleden
deze kwesties dateren van jaren geledenDeens-Russisch woordenboek > deze kwesties dateren van jaren geleden
-
14 door zijn bemoeizucht krijgt hij problemen
c'est parce qu'il se mêle de tout ce qui ne le regarde pas qu'il va avoir des problèmesDeens-Russisch woordenboek > door zijn bemoeizucht krijgt hij problemen
-
15 keel
♦voorbeelden:een ontstoken keel hebben • avoir la gorge enflamméeiemand de keel afsnijden • couper la gorge à qn.; 〈 figuurlijk〉 ruiner qn.mijn keel brandt • la gorge me brûlehij hangt me de keel uit met zijn problemen • j'en ai plein le dos de ses problèmeshet hangt me de keel uit • j'en ai par-dessus la têtedat werk hangt mij (mijlenver) de keel uit • ce travail me sort par les yeuxde keel schrapen • se racler la gorgeiemand bij de keel grijpen • serrer qn. à la gorge; 〈 figuurlijk〉 prendre qn. à la gorgeiets niet door de keel kunnen krijgen • ne pas pouvoir avaler qc.het hart klopt, slaat, bonst hem in de keel • son coeur lui bat dans la gorgede woorden bleven in mijn keel steken • ma voix s'étranglaitiemand naar de keel vliegen • sauter à la gorge de qn.de rook slaat op mijn keel • la fumée m'irrite la gorgeiemand de woorden uit de keel trekken • arracher les mots à qn. -
16 opgeven
2 [opnoemen; opdragen; overgeven] donner3 [aanmelden] présenter4 [braken] rendre♦voorbeelden:een zieke opgeven • condamner un maladehet opgeven • baisser les bras; 〈raadsels enz.〉 donner sa langue au chat; 〈 sport en spel〉 abandonner2 geef op je geld! • donne ton argent!een valse naam opgeven • donner un faux nomsommen opgeven • faire faire des problèmesals reden opgeven • donner comme raisonzich opgeven voor een cursus • s'inscrire à un coursiemand als vermist opgeven • porter qn. disparu -
17 weg
weg1〈de〉♦voorbeelden:eigen weg • chemin privéde openbare weg • la voie publique〈 figuurlijk〉 iemand van de rechte weg afleiden • détourner qn. du droit cheminde weg bereiden • préparer la voie〈 figuurlijk〉 de weg effenen voor iemand • préparer le terrain pour qn.zijn eigen weg gaan • suivre sa propre voiezijn weg vinden • faire son cheminiemand de weg wijzen • montrer le chemin à qn.aan de weg naar Delft • au bord de la route de Delftzo oud als de weg naar Kralingen, Rome • vieux comme le mondeop weg gaan (naar) • se mettre en route (pour)〈 figuurlijk〉 iemand op weg helpen • mettre qn. sur la (bonne) voiehij is op weg beroemd te worden • il est en passe de devenir célèbrede wagen ligt vast, goed op de weg • la voiture tient bien la route〈 spreekwoord〉 de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens • l'enfer est pavé de bonnes intentions〈 spreekwoord〉 wie aan de weg timmert, heeft veel bekijks • qui édifie en grande place, fait maison trop haute ou trop basselangs deze onsympathieke weg • par ce moyen peu sympathiquelangs vreedzame weg • par la négociationeen weg te voet afleggen • parcourir un chemin à piediemand de weg afsnijden • couper la route à qn.zich een weg banen • se frayer un cheminmet zijn geld geen weg weten • ne pas savoir que faire de son argentiemand iets in de weg leggen • mettre des bâtons dans les roues à qn.iemand in de weg lopen • être dans les jambes de qn.dat zit me in de weg • ça m'irriteiemand in de weg staan • gêner qn.problemen uit de weg ruimen • résoudre des problèmesuit de weg kunnen • savoir comment s'y prendre (avec qn., qc.)uit de weg! • laisse(z)-moi passer!iemand uit de weg gaan • éviter qn.iemand uit de weg ruimen • liquider qn.→ link=wil wil————————weg2〈 bijwoord〉1 [afwezig] parti2 [niet te vinden] disparu3 [+ van][verrukt] fou/fol/folle4 [verwijderd] loin♦voorbeelden:weg wezen! • allez, ouste!weg met …! • à bas …!¶ als dat gebeurt ben je weg • dans ce cas-là, tu seras fichuiets weg hebben van • ressembler un peu à〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 met iets weg zijn • avoir pigé qc.in het wilde weg schieten • tirer au hasard -
18 zicht
♦voorbeelden:iemand het zicht belemmeren • boucher la vue à qn.iets aan het zicht onttrekken • masquer qc. à la vueer is geen verbetering in zicht • il n'y a pas d'amélioration en vuehet einde is in zicht • la fin est procheer komt een oplossing in zicht • une solution commence à se dessinerzicht hebben op promotie • avoir une promotion en perspectivezij hebben geen zicht op zulke kwesties • ils n'ont aucune notion de ce type de problèmeseen artikel op zicht hebben • avoir un article à vueuit het zicht verdwijnen • disparaître de la vue
См. также в других словарях:
Problemes communautaires en Belgique — Problèmes communautaires en Belgique Belgique Cet article fait partie de la série sur la politique de la Belgique, sous série sur la politique … Wikipédia en Français
Problèmes communautaires en belgique — Belgique Cet article fait partie de la série sur la politique de la Belgique, sous série sur la politique … Wikipédia en Français
Problèmes linguistique — Problèmes communautaires en Belgique Belgique Cet article fait partie de la série sur la politique de la Belgique, sous série sur la politique … Wikipédia en Français
Problèmes linguistiques de Belgique — Problèmes communautaires en Belgique Belgique Cet article fait partie de la série sur la politique de la Belgique, sous série sur la politique … Wikipédia en Français
Problemes de Hilbert — Problèmes de Hilbert Lors du deuxième congrès international de mathématiques tenu à Paris en 1900, David Hilbert présenta une liste de problèmes qui tenaient jusqu alors les mathématiciens en échec. Ces problèmes devaient, selon Hilbert, marquer… … Wikipédia en Français
Problèmes de hilbert — Lors du deuxième congrès international de mathématiques tenu à Paris en 1900, David Hilbert présenta une liste de problèmes qui tenaient jusqu alors les mathématiciens en échec. Ces problèmes devaient, selon Hilbert, marquer le cours des… … Wikipédia en Français
Problemes de cheminement — Problèmes de cheminement Les problèmes de cheminement sont des problèmes classiques de la théorie des graphes. L objectif est de calculer une route entre des sommets d un graphe qui minimise ou maximise un certaine fonction économique. Le… … Wikipédia en Français
Problemes du prix du millenaire — Problèmes du prix du millénaire Les problèmes du prix du millénaire comptent 7 défis mathématiques réputés insurmontables. La résolution de chacun des problèmes est dotée d un prix d un million de dollars américains. Sommaire 1 Description 2… … Wikipédia en Français
Problèmes du Prix du millénium — Problèmes du prix du millénaire Les problèmes du prix du millénaire comptent 7 défis mathématiques réputés insurmontables. La résolution de chacun des problèmes est dotée d un prix d un million de dollars américains. Sommaire 1 Description 2… … Wikipédia en Français
Problemes de passage de riviere — Problèmes de passage de rivière Sommaire 1 Historique 2 Les problèmes 2.1 Le détachement 2.2 Le Chien, la Chèvre et les choux … Wikipédia en Français
Problèmes (Aristote) — Problèmes (Προβλήματα ou Problemata physica) est une suite de textes écrits sous la forme de questions réponses dont l attribution à Aristote est discutée, en tout cas délicate. On suppose toutefois qu « il aurait rédigé le noyau principal… … Wikipédia en Français